Engels : Nederlands
To disembark = Van boord gaan
Vegetarian meal = Vegetarische maaltijd
Security check = Veiligheidscontrole
First aid kit = Verbandkist
Tower = Verkeerstoren
Extension belt = Verlengstuk veiligheidsriem
To expire = Verlopen
Exhausting = Vermoeiend
Delay = Vertraging
Departure = Vertrek
Departure hall = Vertrekhal
Departures = Vertrekken
To apply for a visa = Visum aanvragen
Wings = Vleugels
Fear of flying = Vliegangst
Flyweight = Vlieggewicht
Altitude = Vlieghoogte
Flight path = Vliegroute
Airspeed = Vliegsnelheid
De-icing = Vliegtuig ijsvrij maken
Plane crew = Vliegtuigbemanning
Service door = Vliegtuigdeur voor catering
Type of plane = Vliegtuigtype
Flight connection = Vliegverbinding
Grounding = Vliegverbod
Domestic flight = Binnenlandse vluvht
To miss a flight = Vlucht missen
Transatlantic flight = Vlucht over lange afstand,
Long-haul flight = Vlucht tussen twee landingen
One leg = Vlucht met tussenstop
Direct flight = Vlucht zonder tussenstop
Briefing = Vluchtbespreking
Airline code = Vluchtcode
Flight computer = Vluchtcomputer
Flight controller = Vluchtleider
Flight control = Vluchtleiding
Flight number = Vluchtnummer
Flight plan = Vluchtplan
Cargo = Vracht
Hold = Vrachtruim
Cargo plain = Vrachtvliegtuig