Engels : Nederlands brilliant = fantastisch horrible = vreselijk / verschrikkelijk DIY = doe-het-zelf bright = fel / helder share = delen tin = bus / blik make = opmaken twice = twee keer tiny = piepklein lounge = zitkamer phone box = telefooncel sofa = zitbank / bank comfortable = gerieflijk move = verplaatsen wooden = houten metal = metalen wardrobe = kleerkast spend = besteden decorate = schilderen / versieren floor = vloer move house = verhuizen stay = blijven something different = iets anders way of life = manier van leven houseboat = woonboot prefer = voorkeur geven / liever hebben windmill = windmolen made of = gemaakt van as good as gold = goudeerlijk important = belangrijk mouse = muis mice = muizen front garden = voortuin heating = verwarming upstairs = naar boven get organized = orde op zaken stellen relax = ontspannen sheet = laken look your best = op je paasbest uitzien / op je paasbest eruit zien / op je best uitzien / op je best eruit zien star sign = sterrenbeeld trendy = modieus latest = nieuwste interest = belangstelling / interesse tired = moe pillow = kussen adventure = avontuur pick up = ophalen cupboard = kast popularity = populariteit blanket = deken corner = hoek apartment = appartement cosy = gezellig / knus enormous = enorm are you kidding = ben je belazerd wake up = wakker worden sofa-bed = slaapbank football pitch = voetbalveld back garden = achtertuin housework = huishoudelijk werk