Engels : Nederlands local time = plaatselijke tijd / lokale tijd apparently = blijkbaar customs = douane once = als what a pain = dat is vervelend not either = ook niet across = over north = noord / noordelijk gap year = tussenjaar university = universiteit though = echter desk = balie loads of = heel veel restrictions = beperkingen security checks = veiligheidscontroles attention = aandacht daytime = overdag lake shore = oever van het meer / oever break = korte vakantie explore = verkennen tropical = tropisch experience = ervaring accommodation = onderdak / verblijf at its best = op zijn best put up = opzetten canoe = kano guided = met een gids erbij build - built - built = bouwen - bouwde - gebouwd cabin = cabine / hut based on = op basis van hillside = heuvelhelling heated = verwarmde room = ruimte / plaats course = cursus mind the gap = denk om het gat enter = binnenkomen through train = doorgaande trein beyond = na / voorbij due to = als gevolg van maintenance work = onderhoudswerk inconvenience = ongemak announcement = mededeling approximately = ongeveer final call = laatste oproep personal belongings = persoonlijke bezittingen alteration = wijziging increase = toenemen currently = op het ogenblik purchase = aankoop appear = verschijnen limited = beperkt / beperkte basically = eigenlijk comforts = gemakken shelter = schuilplaats generally = in het algemeen / over het algemeen qualified = gediplomeerde skills = vaardigheden