Engels : Nederlands PE teacher = gymdocent pal = vriend / maatje cheat on someone = iemand bedriegen anxious = nerveus / bang / benauwd blush = blazen attract = aantrekken compare = vergelijken pass = laten passeren / passeren as well as = en ook Jew = jood Arab = Arabier behaviour / behavior = gedrag all of a sudden / suddeny = plotseling stir up = aanwakkeren / ophitsen insist = aandringen / erop aandringen / eisen define = een definitie geven van a whole range of = een hele reeks look like = eruitzien als straight = steil / sluik / glad haar after all = achteraf gezien company = gezelschap