pie gorgeous countryside
wander crowded pollution
afford survive impolite
suffer cabbage foreigner
avoid tribe certain
achieve odd sleigh
boil opposite death
make up pull at least
admit goat braid
platteland prachtig / prachtige taart
vervuiling druk / drukke zwerven / rondzwerven
onbeleefd overleven zich veroorloven / veroorloven zich
buitenlander kool lijden
bepaald / bepaalde stam vermijden
slee vreemd / vreemde / raar / rare bereiken
dood / de dood tegenovergesteld / tegenovergestelde koken
tenminste trekken verzinnen
vlechten geit toegeven
in common garlic chop
tablespoon shrimps broth
noodles exchange sign up
poverty
fijnhakken knoflook gemeen
bouillon garnalen eetlepel
inschrijven uitwisseling mie
armoede