Engels : Nederlands goals = doelen on offer = beschikbaar college = mbo- of hbo-school / mbo-school / hbo-school facilities = voorzieningen enrolment = aanmelding / inschrijving job centre = arbeidsbureau / uitzendbureau tempted = in de verleiding keen = enthousiast / graag willen speculative letter = open sollicitatie / open sollicitatiebrief smartly = netjes apprenticeship = leerwerkplaats traineeship = stage on-the-job training = opleiding in de praktijk / training in de praktijk / praktijkopleiding prompted = ertoe brengen / ertoe gebracht / ertoe komen / geprikkeld / prikkelde horticulture = tuinbouw advanced = gevorderd recognized = erkend funding = vergoeding / financiering rewarding = voldoening gevend convenient = geschikt / gelegen carry out = uitvoeren secure = zeker / zekere / betrouwbaar / betrouwbare earnings = inkomsten investigation = onderzoek gain = verzamelen injury = letsel / verwonding tile = betegelen / tegels leggen tuition = onderwijs plumber = loodgieter unlimited = onbegrensd / ongelimiteerd ensure = ervoor zorgen / zorgen ervoor / verzekeren familiar = bekend required by law = bij wet verplicht compulsory = verplicht independent = onafhankelijk / onafhankelijke / zelfstandig / zelfstandige term = periode are entitled to = hebben recht op / recht hebben op nursery / nursery school = kleuterschool childminder = kinderoppas proposal = voorstel complete = afmaken determine = bepalen tap = kloppen distract = afleiden separate = scheiden concern = zorg / bezorgdheid outperform = beter presteren dan / presteren beter dan coursework = opdrachten underachieve = minder doen dan je kunt / minder presteren involve = inhouden / met zich meebrengen aim high = doelen hoog stellen / stellen doelen hoog practical skills = praktische vaardigheden