Engels : Nederlands greenhouse = kas greenhouse gases = broeikasgassen fertiliser = kunstmest pesticides = bestrijdingsmiddelen supply = voorziening / voorzieningen nutrients = voedingsstoffen waste = afval grass cuttings = grasafval layer = laag acid = zuur potato peelings = aardappelschil / aardappelschillen cabbage = kool egg shell = eierdop tea bag = theezakje scoop up = opscheppen (met handen en armen) / opscheppen wheelbarrow = kruiwagen pests = ongedierte adoptive family = pleeggezin / adoptiegezin sociable = gezellig / sociaal on the go = bezig foster carers = pleegverzorgers speak out for = opkomen voor / voor opkomen voluntary work = vrijwilligerswerk vital = absoluut noodzakelijk well = put affect = beïnvloeden provide = verstrekken / bieden roam = dwalen / ronddwalen / zwerven / rondzwerven prospects = vooruitzichten / toekomstverwachtingen lack = ontberen / ontbreken / niet hebben / hebben niet / hebben geen poacher = stroper logging = hout hakken / hakken hout / kappen extinction = uitsterven endangered species = bedreigde soort guard = bewaker / bewaking global warming = opwarming van de aarde predict = voorspellen serious consequences = ernstige gevolgen staggering = verbluffend gentle = zachtaardig severely = ernstig encounter = ontmoeting gap year = jaar tussen school en werk / tussenjaar children's home = kindertehuis poverty = armoede abandoned = verlaten