hospitality table manners punctual
insult host host family
mouthful acquaintance funeral
values belief leisure time
wooden shoes consider etiquette
bowl face offensive
in one swig signify initially
unless in mourning snap your fingers
index finger whistle outrageous
stipt op tijd / punctueel tafelmanieren gastvrijheid
gastgezin gastheer / gastvrouw belediging
begrafenis kennis hele mond vol / een hele mond vol / mond vol / een mond vol
vrije tijd overtuiging / geloof waarden
etiquette / omgangsvormen beschouwen als / zien / zien als klompen
aanstootgevend / beledigend zijn gericht op / gericht zijn op kom
in het begin / eerst betekenen in één teug
met je vingers knippen in de rouw tenzij / behalve als
belachelijk / overdreven fluiten wijsvinger
nod bow highlight
bull largely pen
herd ray erect
gateway sign up gather
blessing gap slip through
satisfaction relief transform
locals wrestling impressive
wannabee checked blacksmith
It depends. vacancy explore
hoogtepunt buiging knik
kooi (met hekken eromheen) / kooi grotendeels stier
opzetten straal kudde
verzamelen inschrijven poort
tussendoor glippen / doorheen glippen / glippen door opening zegen
totaal veranderen opluchting tevredenheid / voldoening
indrukwekkend worstelen plaatselijke bevolking
smid geruit iemand die doet alsof
verkennen / ontdekken kamer vrij Dat hangt ervan af.
put through
verwerken / doorgeven