Engels : Nederlands appreciate = waarderen X-ray = röntgenfoto admit = opnemen require = nodig hebben / hebben nodig surgery = operatie / spreekkamer grow - grew - grown = groeien - groeide - gegroeid postpone = uitstellen vein = ader physical = lichamelijk / lichamelijke discharge = ontslaan take care = oppassen That makes sense. = Dat klinkt logisch. health insurance card = verzekeringspasje