Engels : Nederlands
loss = verlies
approximately = ongeveer
double = verdubbelen
nutrition = voeding
aware = bewust
label = etiket
rock = rots
pound = pond (453 gram) / pond / 453 gram
keep in touch = contact houden
maintain = in stand houden / in stand te houden
listener = luisteraar
common = gewoon / alledaags
prescribe = voorschrijven
wear off = verdwijnen
severe = ernstig / ernstige
occur = voorkomen
cream = zalf
condition = kwaal
unknown = onbekend
disorder = stoornis
detergent = wasmiddel
reduce = verminderen
amount = hoeveelheid
appreciate = waarderen
X-ray = röntgenfoto
admit = opnemen
require = nodig hebben / hebben nodig
surgery = operatie / spreekkamer
grow - grew - grown = groeien - groeide - gegroeid
postpone = uitstellen
vein = ader
physical = lichamelijk / lichamelijke
discharge = ontslaan
take care = oppassen
That makes sense. = Dat klinkt logisch.
health insurance card = verzekeringspasje