Engels : Nederlands
covered = bedekt
afterwards = naderhand / erna
bone = bot
cab = taxi
collection = verzameling
crowded = druk
definitely / absolutely = beslist / zeker weten
fossil = fossiel
joke = grap
list = lijst
lovely / beautiful = mooi
noisy = lawaaiig
plenty = veel
polar bear = ijsbeer
powerful = sterk
scary = eng / angstaanjagend
skyscraper = wolkenkrabber
take a shower = douchen
teeth = tanden
wide = breed
wrinkly = rimpelig
attraction = bezienswaardigheid
celebrity = beroemdheid
chain = ketting
character = personage
doorstep = drempel
experience = ervaring
impressive = indrukwekkend
independence = onafhankelijkheid
law = wet
progress = vooruitgang
represent = staan voor / betekenen
science = wetenschap
sign = bord
site = locatie / plek
Statue of Liberty = Vrijheidsbeeld
torch = fakkel
tour guide = gids
attack = aanval / aanslag
bathtub = badkuip
chocolate bar = chocoladereep
gumball = kauwgombal
local = plaatselijk
lover = liefhebber
neighborhood / neighbourhood = buurt
offer = bieden / aanbieden
owner = eigenaar
regret = spijt krijgen / spijt hebben
selection = keuze / assortiment
view = uitzicht
art = kunst
cafeteria = kantine
chemistry = scheikunde
clever = slim
drawing = tekenen
fair = licht
strict = streng