Engels : Nederlands a while = een tijdje / even affect = gevolgen hebben voor answer the phone = de telefoon opnemen attack = aanvallen be amazed = versteld staan bruised leg = gekneusd celebration = feestvieringen / vieringen collar = halsband crossing = kruising danger = in gevaar disabled = gehandicapt emergency = noodgeval endangered = bedreigde episode = aflevering escape = ontsnappen falls = waterval fence = hek game reserve = wildreservaat get killed = omkomen gun = geweer in the background = op de achtergrond in the distance = in de verte Independence Day = onafhankelijkheid missing = vermist naughty = ondeugend neighbour = buurman / buurvrouw on guard = bewaking pal = maatje parrot = papegaai recover = herstellen remain = blijven sound like = klinken als spear = speer spot = plek survival = overleving tame = tamme turn up = komen opdagen / harder zetten uncomfortable. = ongemakkelijk wake up = wakker maken