Engels : Nederlands above = boven actually = eigenlijk along = langs announce = mededelen announcement = mededeling apologise = zich verontschuldigen art = kunst believe = geloven board = instappen busy = bezig colourful = kleurig daily = dagelijks delay = vertraging depart = vertrekken fear = angst feed = voeren harbour = haven holiday = feestdag in = over including = inclusief / inbegrepen location = plaats look = eruitzien over there = daarginds prepare = voorbereiden scared = bang somewhere = ergens study = studeren sunset = zonsondergang traffic jam = file unless = tenzij What about you? = En jij? worry = zich zorgen maken / zorgen maken