Engels : Nederlands allowed = toegestaan arrow = pijl become = worden / geworden became = werd canteen = kantine carriage = rijtuig check = nakijken collection = verzameling confirm = bevestigen direction = richting disturb = storen entrance = ingang exhibition = tentoonstelling fight = vechten fought = vocht / gevochten file = bestand fire exit = nooduitgang history = geschiedenis in case of = in geval van large = grote made = gemaakt needle = naald order = bestelling prison = gevangenis purchase = kopen / aanschaffen soldier = soldaat spend = doorbrengen spent = bracht door / doorgebracht treasure = schat vehicle = vervoermiddel Wait a minute. = Wacht even. war = oorlog