Engels : Nederlands alone = alleen arm = arm beautiful = mooi because = omdat body = lichaam broken = gebroken burn = verbranden curly = krullend danger = gevaar doctor = dokter face = gezicht foot = voet forget = vergeten hurt = pijn doen / bezeren ill = ziek map = plattegrond mean = bedoelen move = bewegen nose = neus outside = buiten sick = misselijk skin = huid slim = slank so = dus straight hair = steil haar tired = moe touch = aanraken usually = meestal walk = wandeling wash = wassen