Engels : Nederlands Accident and Emergency Unit = spoedeisende hulp / spoedeisende hulp in een ziekenhuis aviation = de luchtvaart / luchtvaart bar = stang beyond = achter blurry = wazig border region = grensgebied bruised = gekneusd current = stroming declare = uitroepen tot / verklaren defence = verdediging deserted = verlaten effort = inspanning engineer = technicus / ingenieur gear = spullen / uitrusting gym = fitnessruimte / sportschool hyperactivity = hyperactiviteit infertility = onvruchtbaarheid interact = op elkaar reageren investigate = onderzoeken jellyfish = kwal launch = met iets nieuws starten legendary = legendarisch lifeguard = badmeester / strandmeester limitation = beperking maintain = handhaven / behouden marine = in de zee minister = predikant / dominee muscular = gespierd overdo = overdrijven own = bezitten / hebben Pacific = Stille Oceaan painkiller = pijnstiller permitted = toegestaan poisonous = giftig prohibited = verboden proteins = proteïnen / eiwitten provide = leveren / bieden public = openbaar reduce = verlagen / terugdringen remote = afgelegen rural = plattelands slender = slank southernmost = meest zuidelijke SPF (Sun Protection Factor) / SPF = zonnebeschermingsfactor squeak = piepen sting = steken / bijten strap = riem / band struggle = strijd surf = branding / golven tetanus shot = tetanusinjectie thigh = dij / dijbeen tingle = tintelen tread water = watertrappelen virtually = praktisch / bijna vision = zicht / gezichtsvermogen