Engels : Nederlands agency = bureau anorexic = iemand met eetstoornis attend = deelnemen aan average = gewoontjes / gemiddeld beloved = geliefd betrayal = verraad bother = lastigvallen box office success = kaskraker capture = gevangennemen casual = vrijetijds / vrijetijds kleding crew member = lid van een team cruel = wreed descend upon = teisteren draw attention to = aandacht trekken due to = vanwege exhausted = uitgeput extra = figurant fictional = fictief film review = beoordeling / recensie gesture = gebaar hazard = gevaar head off to = ergens heen gaan in the limelight = in de schijnwerpers influential = invloedrijk islander = eilandbewoner issue = probleem / discussiepunt key = belangrijk / sleutel loft = zolder martyr = martelaar meanwhile = ondertussen middle school = brugklas occupation = bezetting once-in-a-lifetime = eenmalig / uniek ordeal = beproeving / zware tijd plot = samenzweren / beramen quest = zoektocht range of = scala aan / verschillende red carpet = rode loper rehab = afkicken relive = herbeleven request = verzoeken / verzoeken om resistance movement = verzetsbeweging roller coaster ride = wilde rit rule = heersen / heersen over rush = zich haasten scarred = getekend / met een litteken seize = grijpen / pakken serve as = dienen als setting = achtergrond spoil = bederven / laten mislukken square = plein superb = uitmuntend / voortreffelijk suspicious = verdacht the more, the better = hoe meer, hoe beter tour = tournee triumphant = triomfantelijk trusted = vertrouwd venue = locatie wander around = rondzwerven wardrobe = garderobe withdraw = zich terugtrekken