Engels : Nederlands addict = verslaafde addiction = verslaving announcement = bericht / aankondiging army = leger attempt = poging audience = publiek burn down - burnt down / burned down - burnt down / burned down = afbranden burst into tears = in tranen uitbarsten cab = taxi career = loopbaan / carrière childhood = jeugd / kindertijd choose - chose - chosen = kiezen crowd = mensenmassa current = huidig / tegenwoordig death = dood describe = beschrijven deserve = verdienen desire = verlangen desperate = wanhopig dumb = stom enjoyable = plezierig / prettig entrance = toegang / ingang escape = ontsnappen excitement = opwinding force = dwingen get rid of = vanaf komen happen to be here = toevallig hier zijn hear - heard - heard = horen hide - hid - hidden = verstoppen ignore = negeren image = beeld include = bevatten / inbegrijpen in innocent = onschuldig jealous = jaloers main course = hoofdgerecht Mediterranean / Mediterranean Sea = Middellandse Zee midnight = middernacht noise = hinderlijk geluid / geluid on vacation = op vakantie order = bestellen postcard = ansichtkaart pressure = druk reception desk = receptie / ontvangstbalie revenge = wraak search = doorzoeken / zoeken selfish = zelfzuchtig send - sent - sent = sturen / verzenden separate = apart smile = glimlachen sound = geluid square kilometre = vierkante kilometer stay out of trouble = uit de problemen blijven switch off = uitzetten / uitschakelen take place = plaatsvinden thirst for / thirst = dorst / verlangen naar tourist information office = VVV kantoor trade = handel wave = zwaaien whatever = wat / welke dan ook whole = heel / volledig win - won - won = winnen worried = ongerust / bezorgd