Engels : Nederlands awake = wakker bill = rekening decide = beslissen end = beƫindigen Everywhere = Overal finally = eindelijk groceries = boodschappen magazine = tijdschrift offer = aanbieding payment = betaling pink = roze steal = stelen stole = stal stolen = gestolen story = verhaal teen / teenager = tiener a little = een beetje between = tussen different = verschillende friendship = vriendschap life = leven move = verhuizen person = persoon read = lezen / las / gelezen reason = reden seem = lijken shy = verlegen sign up = inschrijven type = soort ask = vragen famous = beroemde nervous = zenuwachtig say = zeggen said = zei / gezegd