Engels : Nederlands back up = ondersteunen compulsory = verplicht conceal = verstoppen dignity = waardigheid draw attention to = aandacht vestigen op feature = een grote rol spelen in freak accident = bizar ongeval gutter = goot passerby = voorbijganger portrayal = portrettering posh = chic rig up = opzetten school assembly = bijeenkomst van alle leerlingen op school sequel = vervolg op silver lining = meevaller sleet = natte sneeuw steep = steil stiff competition = zware concurrentie ups and downs = voor- en tegenspoed wreckage = wrakstukken appear in court = voor de rechter verschijnen assess = inschatten beheaded = onthoofd burst its banks = overstromen fatigued = heel vermoeid fertiliser = kunstmest frantic attempt = verwoede poging fugitive = voortvluchtige hesitation = aarzeling in custody = in voorarrest on suspicion of = op verdenking van questioning = ondervraging release from = ontslaan uit smash a window = ruit inslaan spokesman = woordvoerder succumb = zich overgeven aan swamp = doen overstromen tip into = ergens in gooien through = tot en met year 7 = 1e klas middelbare school bump = bult get back at = terugpakken pole = paal show up = zichtbaar worden smack = precies charge with = aanklagen voor conspiracy = samenzwering curfew = avondklok disengage from = zich losmaken van distraction = afleiding dormitory = slaapzaal encourage = aanmoedigen enforce = opleggen engage in = meedoen aan get around = omzeilen hangover = kater juvenile crime = jeugdcriminaliteit keep up to date = bij de tijd blijven make a statement = een verklaring afleggen non-existent = niet-bestaand not have a clue = geen idee hebben nuts = knettergek out of line = over de schreef perspective on = kijk op quarter = kwartaal regarding = met betrekking tot respondent = geënquêteerde rural = plattelands sample = voorbeeld suburb = buitenwijk