Engels : Nederlands adapt to = aanpassen aan apply = toepassen as well as = evenals atmosphere = sfeer attitude = houding belief = overtuiging break down = afbreken cabin = huisje create = tot stand brengen cut off = afsnijden drop = (laten) vallen enemy = vijand entire = geheel ethnic = etnisch eyesight = zicht founder = stichter friendship = vriendschap homeless shelter = daklozenopvang Jewish = joods kind = aardig last = duren Muslim = moslim open-minded = onbevooroordeeld peace = vrede prejudice = vooroordeel reinforce = versterken religious = religieus save = redden sleep = slapen slept = sliep / geslapen stranger = vreemdeling support = steun target group = doelgroep wake up = wakker worden well = gezond woke up = werd wakker woken up = wakker geworden admire = bewonderen awful = afschuwelijk braces = beugel calculation = berekening clear = duidelijk conscientious = consciëntieus control = beheren domain name = domeinnaam drowsy = sloom entrepreneur = ondernemer explicitly = expliciet fail = niet halen indefinitely = voor onbepaalde tijd lifetime = mensenleven peer = leeftijdsgenoot productivity = productiviteit publish = publiceren related to = verbonden met remain = blijven reputation management = reputatiebeheer research = onderzoek search engine = zoekmachine serve as = dienen als silly = raar sleepless = slapeloos survey = enquête switch to = overstappen op transition = overgang weigh = (af)wegen bother = dwarszitten bother to = de moeite nemen om boyfriend = vriendje break up = uitmaken feel strongly = echt vinden forgave = vergaf forgive / forgiven = vergeven furious = woedend girlfriend = vriendin hang out = rondhangen have a crush on = smoorverliefd zijn op in person = persoonlijk lose interest = geen belangstelling meer hebben mate = vriend move on = verder gaan relationship = relatie row = ruzie stand = tegen kunnen troubles = zorgen arrive = aankomen delay = vertraging disappointed = teleurgesteld exhibition = tentoonstelling maths = wiskunde weekend job = bijbaantje agency = bureau boarding school = kostschool bomb = bom cause = doel collect = verzamelen draw = trekking van een loterij fate = lot fix = repareren flee = ontvluchten heaven / sky = hemel inappropriate language = ongepaste taal instant = ogenblik key = sleutel kingdom = koninkrijk leader = leider lyrics = songtekst main character = hoofdpersonage peculiar / weird = vreemd praise = prijzen quest = zoektocht recruit = werven request a song = liedje aanvragen shape = vorm sin = zonde sing along with = meezingen met sooner or later = vroeg of laat stage = podium tune = liedje youth = jeugd