Engels : Nederlands advertise = reclame maken angle = hoek approach = aanpak article = artikel assemble = monteren at random = willekeurig autumn = herfst banknotes = bankbiljetten below = onder business plan = ondernemingsplan chords = akkoorden come down to = neerkomen op comic book = stripboek common = gewoon concerns = zorgen consist of = bestaan uit declare = verklaren derelict = vervallen draw attention = aandacht trekken dye = verven / textielverf enter = meedoen aan entry = toegang explanation = uitleg extension = uitbreiding fee = kosten flush = doortrekken function = functie giant = reusachtige give birth to = bevallen van guide = leiden hand = aangeven hand out = uitdelen hardware store = ijzerwarenhandel ignore = negeren in the blink of an eye = in een oogwenk intermediate = tussenliggende introduce = inleiden launch = uitbrengen lavatory = wc line = regel messy = rommelig more or less = min of meer name = noemen oriental = oosterse parcel = pakje pensioner = bejaarde point out = duidelijk maken pram = kinderwagen put into practice = in praktijk brengen rate = tarief reader = lezer recover = terugvinden required = nodig reverse = omkeren rubber band = elastiekje rush = zich haasten session = les sewer = riool show = laten zien solve = oplossen splendid = prachtig stunning = fantastisch surrounded by = omringd door terms and conditions = algemene voorwaarden text = sms'en tube = metro tutor = leraar twin = tweeling wipe = afvegen wonder = zich afvragen worthless = waardeloos writer = schrijver