Engels : Nederlands a.m. = vóór 12 uur 's middags abroad = in het buitenland ambition = ambitie ankle = enkel apply = solliciteren arrange = regelen break = breken broke = brak broken = gebroken carry = dragen concentrate = concentreren culture = cultuur description = beschrijving employer = werkgever exchange = uitwisseling fall = vallen fell = viel fallen = gevallen gain = opdoen get to know = leren kennen gloves = handschoenen hat = hoed heat = hitte job interview = sollicitatiegesprek length = lengte lid = deksel lively = levendige midnight = middernacht night shift = nachtdienst p.m. = na 12 uur 's middags part-time = deeltijd should = zou moeten shout = roepen skill = vaardigheid sleeve = mouw specialise = specialiseren study = studeren suggest = voorstellen tell = vertellen told = vertelde / verteld toe = teen trip = struikelen victim = slachtoffer