Engels : Nederlands paperwork = administratie seat belt = autogordel lane = rijbaan overtake = inhalen outback = binnenland landlord = huisbaas transfer = overmaken ownership = eigendom gap year = tussenjaar rehabilitation = herstel ivory = ivoor formerly / days gone by = vroeger association = bondgenootschap colony = kolonie empire = rijk be committed to = toegewijd zijn aan equality = gelijkheid Prime Minster = premier open-air = openlucht prosperity = voorspoed lentils = linzen spirit = geest / instelling afresh = opnieuw envelope = envelop politician = politicus mosquito = mug homesickness = heimwee ritual = ritueel nostalgic = nostalgisch bond = een emotionele band krijgen connect = in verbinding komen met sailing class = zeilles European = Europees revolve around = draaien om a dozen = vele desperate = wanhopig seagull = zeemeeuw stylish = stijlvol set off = vertrekken fair = redelijk exchange = uitwisselen admiration = bewondering enrol on = inschrijven chalet = vakantiehuisje crash = pitten double = tweepersoonskamer mattress = matras mosquito net = klamboe private bathroom = eigen badkamer fool = voor de gek houden go without = het stellen zonder retrieve = ophalen attached = bijgevoegde affordable = betaalbaar garbage can = afvalbak cod = kabeljauw sea bass = zeebaars turtle = schildpad briefing = uitleg tradition = traditie shake hands = handen schudden senior = hogergeplaatst chopsticks = eetstokjes someone else = iemand anders goods = goederen shopkeeper = winkelier bargain = onderhandelen meet in the middle = een compromis bereiken trap = gevangen houden upside down = ondersteboven urge = ergens op aandringen discharge = ontslaan avert = afwenden core = kern geared up to = afgestemd op suited to = geschikt voor particularly = in het bijzonder