Engels : Nederlands to combat = bestrijden compatriot = landgenoot to confess = bekennen countless = talloze / ontelbare to hoot = toeteren / claxonneren horn = claxon to jostle = dringen manifestation = uiting to muster = verzamelen obligations = verplichtingen phenomenon = verschijnsel popular belief = wat wordt gedeeld door veel mensen profusely = overdadig / erg veel to seek = proberen sorely = erg to tailgate = bumperkleven to enforce = handhaven unchallenged = onbetwist verbal = mondeling well-off = welgesteld / rijk to abolish = afschaffen to accelerate = versnellen / bespoedigen accomplice = medeplichtige to capture = gevangen nemen conviction = overtuiging infant = jong kind injustice = onrechtvaardigheid to be intent on = vastberaden zijn om jail = gevangenis lunatic = krankzinnige on the contrary = integendeel pedestrian = voetganger rational = verstandig / rationeel to reflect = weerspiegelen resistance = verzet to restore = herstellen to scatter = zich verspreiden to strap to = met een riem vastmaken to abandon = verlaten amiable = beminnelijk / vriendelijk atrocious = gruwelijk to be entitled to = recht hebben op bruise = blauwe plek cemetery = begraafplaats continually = voortdurend foundation = stichting fragile = broos / teer / breekbaar horrid = vreselijk / akelig juvenile = jeugd / kinder to mutter = mompelen nappy = luier passer-by = voorbijganger to persecute = iemand wreed behandelen / iemand lastigvallen / iemand vervolgen to quote = citeren reference = referentie / verwijzing to resist = weerstand bieden slum = slop / achterbuurt to stab = steken tissue = weefsel wallet = portefeuille access = toegang to air = in het openbaar uiting geven aan to attribute = toeschrijven to broaden = verbreden brutal = harteloos to sweep something under the carpet = iets in de doofpot stoppen to dash = de bodem inslaan deprived = achtergesteld / arm disparity = verschil / oneerlijk verschil diverse = uiteenlopend ethnicity = het behoren tot een bepaald ras firmly = vast en zeker to focus on = de aandacht richten op to gain = verwerven / krijgen to grapple with = hard proberen een oplossing te vinden voor guardian = voogd inaccessible = ontoegankelijk / onbereikbaar overriding = belangrijkste to point out to somebody = iemand erop wijzen predominantly = voornamelijk / overwegend prominence = het innemen van een belangrijke plaats to sign up = zich aanmelden supposedly = zogenaamd to target = een bepaalde groep mensen proberen te bereiken to celebrate = vieren dense = dom / stom extensive = veel to proceed = voortgaan / doorgaan to dedicate = opdragen aan to diminish = verminderen / afnemen feeble = zeer zwak ferociously / savage = woest / wreed / wild to intervene = tussenbeide komen porch = veranda to prescribe = voorschrijven reduction = vermindering / afname reflection = overdenking / diep nadenken soothing = kalmerend / rustgevend