Engels : Nederlands awareness = bewustzijn self-esteem = eigenwaarde physically = lichamelijk to improve = verbeteren prevention = voorkómen target = doel local council = gemeenteraad to maintain = handhaven obviously = het is duidelijk dat vulnerable = kwetsbaar profitable = nuttig disturbance = relletje to drag = slepen curfew = uitgaansverbod to suspect = vermoeden predictable = voorspelbaar issue = vraagstuk annually / yearly = jaarlijks press release = persbericht appealing = aantrekkelijk to rely on = afhankelijk zijn van to base on = baseren op intention = bedoeling belongings = bezittingen to object to = bezwaar maken tegen to attend = bijwonen source = bron extraordinary = buitengewoon comment = commentaar by means of = door middel van to annoy = ergeren average = gemiddeld convenient = handig to disagree = het ergens niet mee eens zijn concept = idee option = keus brief = kort to gain = krijgen cost of living = levensonderhoud rewarding = lonend to approach = naderen emphasis = nadruk to amount to = neerkomen op self-sufficient = onafhankelijk enterprise = onderneming to deny = ontzeggen vast = reusachtig to regret = spijt krijgen increasingly = steeds meer casual = tijdelijk challenging = uitdagend benefit = uitkering connection = verbinding to broaden = verbreden to require = vereisen to extend = verlengen appalling = verschrikkelijk to replace = vervangen to benefit = voordeel doen met volunteer = vrijwilliger as for = wat betreft genuinely = werkelijk employer = werkgever to expose yourself to = jezelf blootstellen aan renowned = beroemd to tend towards = de neiging hebben distinct = duidelijk city dweller = inwoner van een stad disregard of = minachting voor inferior = minderwaardig immensity = oneindigheid regardless of = ongeacht hardship = ontbering to be appalled by = ontzet zijn door inexhaustible = onuitputtelijk to survive = overleven disgraceful = schandelijk to swallow = slikken to conceal = verstoppen prominent = vooraanstaand ancestral = voorouderlijk dismay = wanhoop random = willekeurig to adapt to = zich aanpassen aan at first = aanvankelijk to turn 18 = 18 worden remote = afgelegen destination = bestemming suitable = geschikt inhabitants = inwoners classmate = klasgenoot account = rekening to conduct = leiden tendency = neiging impressed by = onder de indruk van global warming = opwarmen van de aarde to affect = van invloed zijn op pollution = vervuiling to be insured = verzekerd zijn to be mystified by = voor een raadsel gesteld zijn