Engels : Nederlands to brand = brandmerken als clerk (AE) / clerk = winkelbediende assault and battery = geweldpleging corporate = bedrijfs- / bedrijfs flimsy = dun en snel kapot general store (AE) / general store = winkel, in een kleine plaats, waar van alles gekocht kan worden / winkel / winkel in een kleine plaats / winkel waar van alles gekocht kan worden jolt = schok to pine for = smachten naar slacks (AE) / slacks = lange broek stale = niet vers violation = het breken / schending in vogue = in de mode appraisal = evaluatie crammed with = volgepropt / volgepropt met fluid = vloeistof to log = officieel registreren to prolong = verlengen to recite = opzeggen / citeren rogue = schurk tailored to = aanpassen aan advocate = voorstander to comprehend = begrijpen convenience food = kant-en-klaarmaaltijd / diepvriesmaaltijd to dominate = overheersen exponentially = zeer snel fancy = luxe flagrant = schandelijk en respectloos / schandelijk mall = winkelcentrum nutrition = voedingsleer obesity = zwaarlijvigheid pediatrics = kindergeneeskunde proliferation = toename to rank among = rekenen tot / beschouwd worden als sedentary = zittend leven leidend / weinig lichaamsbeweging vereisend to soar = plotseling sterk stijgen tube = tv victimized = laten lijden op een onbillijke manier / laten lijden deluge = stortvloed devastated = vernietigen inundated = onder water komen staan latitude = breedtegraad mainstream = belangrijkste / belangrijkste groep to mask = een gevoel verbergen / een feit verbergen / verbergen mudslide = modderstroom reversal = ommekeer trapped = vastzetten / vasthouden to trigger = in gang zetten / veroorzaken unequivocal = duidelijk to evolve = zich ontwikkelen peninsula = schiereiland arduous = zwaar / inspannend cleric = geestelijke to commit to = beloven zich in te zetten voor commitment = enorme inzet to console = troosten / bemoedigen dimly = maar net / een beetje dispersal = verspreiding / het uit elkaar gaan inhibitions = innerlijke remmingen / remmingen pandemic = algemene volksziekte persisted = doorgaan ondanks moeilijkheden poll = onderzoek via enquĂȘte / onderzoek to reverse = de richting van iets helemaal veranderen to spotlight = onder de aandacht brengen susceptibility to = ontvankelijkheid / gevoeligheid voor to temper = matigen / verminderen to vent your anger at s.b. = je woede afreageren op iemand vigorous = zeer actief / vol energie compulsive = dwangmatig crack = spleet to detonate = tot ontploffing brengen ludicrous = belachelijk to render useless = nutteloos maken risk assessment = risicoanalyse smallpox = pokken to instill = inprenten / geleidelijk bijbrengen to prompt = iemand ertoe brengen to repress = onderdrukken to size up = taxeren / schatten sparse = gering to transmit = een ziekte overdragen / overdragen