Engels : Nederlands to insist on = aandringen op official = ambtenaar allegation = beschuldiging to claim = beweren conspiracy = complot / samenzwering thoroughly = gedetailleerd / grondig legitimate = gewettigd / aanvaardbaar / wettig to be devoted to = gewijd aan intelligence = inlichtingen to hijack = kapen outstanding = nog niet betaald / opgelost fraud = oplichterij / bedrog missile = projectiel / raket criminal record = strafblad questionable = twijfelachtig extensive / elaborate / elaborate = uitgebreid to disguise = verhullen / verbergen / vermommen speculation = veronderstelling / aanname advance knowledge = voorkennis to challenge = vraagtekens zetten bij / betwisten / betwisten / bestrijden to fake = doen alsof / vervalsen to resurrect = herrijzen / weer tot leven komen to collapse = in elkaar zakken to cherish = koesteren reportedly = naar men zegt to mourn = rouwen om / rouwen vacuum cleaner = stofzuiger to reinforce = versterken fervent = vurig sighting = (visuele) waarneming (van iets ongewoons) / visuele waarneming / waarneming department store = warenhuis lightning = bliksem to descend = neerdalen / dalen to unify = tot één maken accurate = nauwkeurig indescribable = onbeschrijfbaar deliberate = opzettelijk flood = overstroming to be composed of = samengesteld uit resurrection = verrijzenis (van Jezus) / verrijzenis account = verslag cargo = vracht oxygen = zuurstof seizure = aanval / beroerte physician = huisarts / arts to be preoccupied with = volledig in beslag genomen door pale = bleek breakthrough = doorbraak lamp post = lantaarnpaal to shed light on = licht werpen op to deprive s.b. of / to deprive somebody of / to deprive = iemand iets ontnemen to trap = opsluiten / insluiten striking = opvallend to exceed = overtreffen overwhelming = overweldigend psychic = paranormaal gateway to = poort tot riddle = raadsel baffling = raadselachtig to mock = de spot drijven met to calculate = uitrekenen crucial = van doorslaggevende betekenis to distort = verdraaien / vertekenen to remove = verwijderen persistence = volharding to take for granted = voor kennisgeving aannemen to perceive = waarnemen to worship = aanbidden to adapt = aanpassen to deprive = beroven van to combat = bestrijden / vechten tegen bewitching = betoverend inheritor = erfgenaam monastery = klooster (voor mannen) / klooster nerd = klungel phoney = nep / onecht intriguing = nieuwsgierig makend enterprise = onderneming to blast = opblazen (met explosieven) / opblazen villain = schurk / slechterik to gasp = naar adem snakken to snarl = snauwen hunk = lekker stuk vessel = vaartuig tempting = verleidelijk quest = zoektocht announcement = aankondiging assumption = aanname / veronderstelling to cool down = afkoelen intentional = bedoeld / opzettelijk civilisation = beschaving to regard as = beschouwen als confirmation = bevestiging In addition = bovendien area = gebied justified / justifiable = gerechtvaardigd to provide = leveren galaxy = Melkwegstelsel to detect = opsporen composition = samenstelling statement = uitspraak (over iets) / uitspraak / uitspraak / verklaring possessed = bezeten (door de duivel) / bezeten to fascinate = boeien to vomit = braken exorcism = duiveluitdrijving last = jongstleden / j.l. crucifix = kruis (met Jezus) / kruis unacknowledged = niet erkend to define = omschrijven to turn over = omvallen (van iets) / omvallen to be committed to = opgenomen worden (b.v. ziekenhuis, gevangenis) / opgenomen worden to record = opnemen (van beeld, geluid) / opnemen board = plaat van hout / plaat to swallow = doorslikken / slikken obscenities = smerige taal to spit = uitspugen / spugen former = voormalig uncanny = vreemd en moeilijk uit te leggen to be close with = goed bevriend zijn met