Engels : Nederlands to recommend = aanbevelen to decline = afnemen in aantal / afnemen distinct = apart / afzonderlijk interest = belang significant = belangrijk policy = beleid contribute to = bijdragen aan / een bijdrage leveren aan suburbs = buitenwijken rate = cijfer thanks to = dankzij / wegens apology = excuus / verontschuldiging event = gebeurtenis to be forced = gedwongen to heal = genezen elect = kiezen rural = landelijk (van een gebied) / landelijk to join = lid worden van suffer from = lijden onder abuse = misbruik to ignore = negeren moving = ontroerend judgement = oordeel to establish = oprichten procession = optocht / stoet to take place = plaatsvinden foster family = pleeggezin to gather = samenkomen / zich verzamelen harm = schade by the time = tegen de tijd dat extensive = uitgebreid determination = vastberadenheid comparable = vergelijkbaar representative = vertegenwoordiger to care for = verzorgen appreciation = waardering despair = wanhoop mutual = wederzijds to be among = tussen, onder