Engels : Nederlands to acknowledge = toegeven to acquire = krijgen affectionate = lief / hartelijk captivity = gevangenschap to cease = ophouden / stoppen elaborate = uitgebreid to face the truth = onder ogen zien gratitude = dankbaarheid lap = schoot litter = nest jongen / nest mature = volwassen to mourn = rouwen om / rouwen persuasion = overhalen / overreding / overredingskracht to resist = zich verzetten tegen to settle = je draai vinden in valid = geldig