Engels : Nederlands to acknowledge = toegeven to acquire = krijgen affectionate = lief / hartelijk captivity = gevangenschap to cease = ophouden / stoppen elaborate = uitgebreid to face the truth = onder ogen zien gratitude = dankbaarheid lap = schoot litter = nest jongen / nest mature = volwassen to mourn = rouwen om / rouwen persuasion = overhalen / overreding / overredingskracht to resist = zich verzetten tegen to settle = je draai vinden in valid = geldig to accomplish = bereiken (na hard werken) / bereiken accuracy = nauwkeurigheid accurate = nauwkeurig to be in awe = ontzag hebben / respect hebben to be obsessed with = bezeten zijn van / vol zijn van binge drinking = comazuipen budding = veelbelovend business venture = zakelijke onderneming committed = toegewijd / vol inzet compassionate = meelevend conscious of = bewust van disorder = stoornis entitled = genaamd entrepreneur = ondernemer geared towards = gericht op healing = genezend martial arts = vechtkunsten nutrients = voedingsstof nutritious = voedzaam to perceive = waarnemen relief = opluchting sophomore = tweedejaars to stay on track = op het goede spoor blijven supplement = extra accomplishment = talent to appoint = benoemen to attend = bijwonen billboards = reclamebord clarity = duidelijkheid / helderheid decline = achteruitgang dental = tand to dye = verven graduate = afgestudeerde to hand in = indienen instantaneously = onmiddellijk interpreter = tolk reservations = twijfels surgery = operatie access = toegang account = rekening to address = aanpakken alienation = vervreemding chores = taken commitment = verplichting compulsion = innerlijke dwang / dwang compulsive = dwangmatig to contain = bevatten to counsel = begeleiden dependency = afhankelijkheid / verslaving excessive = buitensporig to fail = er niet in slagen to imply = suggereren impressionable = makkelijk beïnvloedbaar to intervene = tussenbeide komen / ingrijpen massacre = bloedbad / slachting rates = cijfers to restrict = beperken strike = staking to trigger = veroorzaken (van iets slechts) / veroorzaken hostess = gastvrouw lucrative = winstgevend potential = talent / mogelijkheden to qualify = in aanmerking komen résumé = cv tan = bruin kleurtje to yield = opleveren anthology = bloemlezing component = onderdeel descent = afkomst to enhance = verbeteren exposed = blootgesteld aan to feature = de hoofdrol spelen flawless = perfect intriguing = boeiend pants = broek perspective = kijk op to tutor = lesgeven in kleine urban = stedelijk