Engels : Nederlands to acquire = krijgen to advance = vorderen / vooruitgaan beyond = verder dan conception = opvatting / idee to contradict = tegenspreken customised = aangepast (aan de wensen van de koper) / aangepast to detect = opsporen disability = handicap to distinguish = onderscheid maken due to = verwacht worden elaborate = uitgebreid to emphasise / to highlight = benadrukken to evade = ontwijken hospitable = gastvrij in italics = schuin gedrukt / cursief mission = opdracht newsagent = tijdschriftenkiosk / kiosk to orbit = draaien om predominant = overheersend prospect = vooruitzicht ratings = kijkcijfers representative = vertegenwoordiger survey = enquĂȘte / onderzoek (naar de mening van mensen) / onderzoek verbal = mondeling accompanying = bijbehorend / bijgeleverd to anticipate = verwachten aspiration = doel / ambitie confirmation = bevestiging folder = map (op een computer) / map globalization = wereldwijde verspreiding infringement = schending massive = gigantisch perception = kijk op to presume = aannemen previously = eerder / daarvoor removable = uitneembaar to resent = kwalijk nemen to resolve = oplossen retail store = winkel / detailhandel revenue = inkomsten solely = alleen / als enige spin-off = nuttig nevenresultaat startled = opgeschrikt to sync with = synchroniseren met to tread = voorzichtig te werk gaan venue = plaats van samenkomst optreden / locatie to diminish = verminderen to dwell on = even stilstaan bij to equip = uitrusten manageable = beheersbaar perspective = standpunt pursuit of = poging te bereiken / najagen van sensation = gevoel to shrink = krimpen unrestrained = ongeremd accuracy = nauwkeurigheid to acknowledge = erkennen barrel = vat board = bestuur carbon = koolstof compassion = medeleven to consist of = bestaan uit curfew = avondklok delegate = afgevaardigde drawback = nadeel to explore = onderzoeken / verkennen to fund = financieren global = wereldwijd / mondiaal graduate = afgestudeerde to impose = opleggen to measure = meten to outline = in grote trekken weergeven to record / to stock = opslaan sensible = verstandig snap = foto / kiekje to soar = omhoogschieten viable = uitvoerbaar appeal = aantrekkingskracht apprentice = stagiair demanding = veeleisend down-to-earth = praktisch en realistisch executive = leidinggevende / directeur feature = functie / mogelijkheid handset = telefoonhoorn on application = op aanvraag civilization = beschaving to constrict = beperken cultivation = verbouw / teelt to depict = beschrijven to deteriorate = verslechteren extra-curricular activities = buitenschoolse activiteiten grammar school = gymnasium gym = sportschool to intervene = tussenbeide komen / ingrijpen legitimate = terecht multiple = veel phenomenon = verschijnsel public school = particuliere kostschool to resume = hervatten suburban = in een buitenwijk to tuck away = wegstoppen