Engels : Nederlands adept at = goed in beneficial = goed / gunstig browser = zoekmachine demanding = veeleisend detergent = wasmiddel dignity = waardigheid display = visuele weergave distort = verdraaien embark on = beginnen aan (iets uitdagends) / beginnen aan enhance = verbeteren flawed = gebrekkig liability = blok aan het been loiter = treuzelen mounting = toenemend multiple = meerdere opt out of = opzeggen pervasive = doordringend soar = snel stijgen sordid = smerig / weerzinwekkend subscription = abonnement susceptible to = gevoelig voor sustain = in stand houden targeted at = gericht op track = volgen attain = bereiken cash-desk = kassa CEO / chief executive officer = algemeen directeur commitment = enorme inzet compost = composteren conceive = bedenken conservation = milieubeheer / milieubehoud convene = samenroepen crafty = slinks / sluw divert = omleiden elaborate = uitgebreid frail = zwak incorporate = opnemen infinite = oneindig landfill = stortplaats momentum = kracht / groei pilot = proef poignant = nijpend / urgent process = verwerken redundant = overtollig sewage = rioolwater shoddy = slecht / van slechte kwaliteit soil = aarde / grond stakeholder (AE) / stakeholder = aandeelhouder symposium = bijeenkomst van deskundigen trait = karaktertrek compromise = in gevaar brengen horrendous = afgrijselijk / schokkend incarcerate = opsluiten law-abiding = gehoorzaam aan de wet prompt = ertoe brengen reform = verbeteren (door te veranderen) / verbeteren rehabilitation = re-integratie sophisticated = ver ontwikkeld spouse = echtgenoot / echtgenote subsequently = vervolgens arduous = zwaar / inspannend banal = alledaags circulation = oplage cleric = geestelijke compassionate = meelevend crucial = doorslaggevend deprived of = beroofd van dispersal = uiteendrijving / het uit elkaar gaan dwindle = afnemen facilitate = vergemakkelijken frantic = razend graveyard = begraafplaats groom = kammen en schoonhouden hapless = ongelukkig impose = opleggen inane = dom / inhoudloos judgemental = veroordelend patron = bezoeker van een café of restaurant quest = zoektocht reciprocal = wederzijds recollection = herinnering roam = ronddwalen door / ronddwalen over subjected to = onderworpen aan totter = waggelen to be trapped = vastzitten bar = balk compulsive = dwangmatig corporate = bedrijfs deluge = stortvloed edit = bewerken ludicrous = belachelijk peninsula = schiereiland render = maken reversal = ommekeer size up = zich een mening vormen over / inschatten benchmark = standaard / maatstaf boot camp = strafkamp convenience food = diepvriesmaaltijd / kant-en-klaarmaaltijd eliminate = uit de weg ruimen endorsement = goedkeuring / steun enlist = aannemen expertise = deskundigheid host = presenteren kick off = aftrap launch = starten / in gang zetten legislative = wetgevend lose count = tel kwijtraken make a commitment = belofte doen / verplichting aangaan pediatrics = kindergeneeskunde persist = volharden persistent = blijvend / aanhoudend poll = opiniepeiling proliferation = toename prolong = verlengen prowess = dapper gedrag raise = inzamelen / ophalen rigorous = streng secure = veiligstellen sportsmanship = sportiviteit stock = in voorraad hebben tailored to = op maat gemaakt voor vending machine = automaat vigorous = energiek warrant = rechtvaardigen