Engels : Nederlands to acquire = krijgen conception = opvatting / idee consent = goedkeuring to direct at / to focus on = richten op disability = handicap to dispute = het oneens zijn met to distinguish = onderscheid maken elaborate = uitgebreid event = sportonderdeel / nummer to face = het hoofd bieden aan freighter = vrachtschip to implement = uitvoeren to insist = erop aandringen / erop staan to perceive = waarnemen / zien proposal = (een formeel) voorstel / voorstel to quote = citeren rapturous = opgetogen to resist = zich verzetten tegen to stitch = naaien to take up = beginnen aan / oppakken tangled = in de war / in de knoop valid = geldig vessel = vaartuig to affect = treffen to aim / to aspire = ernaar streven to alternate = afwisselen blister = blaar charitable = liefdadigheids civilization = beschaving to conduct = uitvoeren / verrichten to counter = weerleggen / tegenspreken cultivation = verbouwing dedicated to = toegewijd aan to depict = beschrijven to derive from = afleiden uit to deteriorate = verslechteren empathy = inlevingsvermogen famine = hongersnood funds = geldmiddelen globalization = wereldwijde verspreiding legitimate = redelijk impoverished = verpauperd / arm to intervene = tussenbeide komen perception of = kijk op phenomenon = verschijnsel to resume = hervatten to reveal = onthullen stereotype = vooringenomen idee suburban = in een voorstad / van een voorstad to access = toegang krijgen tot to anticipate = verwachten appalled = ontsteld aspiration = doel / verlangen autograph = handtekening bin = vuilnisbak bunch = groep confirmation = bevestiging to consider = beschouwen als controversial = omstreden devoted = toegewijd distinct = duidelijk engaged = bezig heir / heiress = erfgenaam / erfgename outright = meteen to pervert = bederven to presume = aannemen to pretend = doen alsof to recall = zich herinneren to reflect = weergeven to resent = kwalijk nemen to resolve = oplossen to be startled = schrikken tedious = saai union = vakbond / bond to acknowledge = erkennen to censor = ongewenste delen schrappen / censureren to consist of = bestaan uit draft = eerste versie to edit = bewerken / persklaar maken to emerge = tevoorschijn komen to explore = onderzoeken / verkennen faith = vertrouwen from scratch = helemaal opnieuw gig = eenmalig muziekoptreden / eenmalig optreden illegible = onleesbaar inane = dom en inhoudloos narrator = verteller (in een boek, film) / verteller notable = opmerkelijk, opvallend to outline = in grote lijnen weergeven outline = samenvatting to pace up and down = ijsberen / op en neer lopen to be passionate about = dol zijn op to pick on = afgeven op iemand / vitten op iemand realm = gebied (van activiteit, belangstelling) / gebied to spark = plotseling doen ontstaan springboard = springplank to stray = afdwalen to be the support act for = in het voorprogramma staan van vicious = zeer gemeen attendance = aanwezigheid spoiled brat = vervelend kind to circulate = verspreiden to claim = beweren contagious = besmettelijke to contradict = tegenspreken curfew = avondklok data = gegevens to disapprove of = afkeuren dissenter = andersdenkende to found = oprichten genuine = echt gossip = roddel to graduate = afstuderen grumbling = gemopper to highlight = benadrukken to impose = opleggen in italics = schuingedrukt injustice = onrecht originally = aanvankelijk punctual = op tijd aanwezig remorse = erge spijt resolute = vastberaden sophomore = tweedejaars student aan een Amerikaanse universiteit tabloid = roddelblad topic = onderwerp verbal = mondeling