Engels : Nederlands ability = vermogen borough = gemeente / stadsdeel cattle = vee CCTV = camerabewaking to crack down on = met harde hand optreden tegen to delude = bedriegen to detect = bespeuren / ontdekken eventually = uiteindelijk flawless = perfect / foutloos initially = aanvankelijk in short = kortom meanwhile = intussen occasionally = af en toe to police = bewaken (door de politie) / bewaken proportion = deel rarely = zelden to reside = wonen (formeel) / wonen significant = aanzienlijk whiner = zeurpiet accessibility = toegankelijkheid to accomplish = volbrengen / bereiken to address = aanpakken administrator = iemand van de leiding alienated = vervreemd alienation = vervreemding antidote = middel tegen negatieve effecten arbitrary = willekeurig authentic = echt beyond = verder dan boundary = grens compassionate = meelevend en begripsvol comprehensive = veelomvattend / uitgebreid to conduct = leiden to contribute to = bijdragen aan to define = omschrijven dignity = waardigheid educator = onderwijsdeskundige findings = conclusies (van een onderzoek) / conclusies gesture = gebaar guidelines = richtlijnen to heighten = verhogen (van een gevoel) / verhogen imposition = oplegging to inflict pain on = iemand laten lijden intervention = tussenkomst (om erger te voorkomen) / tussenkomst issue = nummer (van krant/tijdschrift) / nummer to lessen = verkleinen likelihood / probability = waarschijnlijkheid to nourish = voeden to nurture = (iets helpen) ontwikkelen / ontwikkelen to observe = opmerken outburst = uitbarsting to be overwhelmed by = zich overvallen voelen door iets renowned = beroemd en gerespecteerd to resort to = zijn toevlucht nemen tot (iets negatiefs) / zijn toevlucht nemen tot solely = slechts to strive for = streven naar late = wijlen / de overleden thus = aldus / op die manier transgression = overtreding anxious = ongerust to browse = bladeren commitment = grote inzet to emphasize = benadrukken to evade = ontwijken furious = woedend newsagent's = kiosk to persuade = overhalen prejudice = vooroordeel rage = woede ratings = kijkcijfers reassuring = geruststellend to refer = verwijzen to reject = afwijzen reluctantly = met tegenzin resentment = haat / wrok survey = onderzoek (naar de mening van mensen) / onderzoek tabloid = roddelblad access = toegang to assemble = in elkaar zetten commodities = luxeartikelen conceited = verwaand council = gemeenteraad council house = (gehuurde) gemeentewoning / gemeentewoning detention = opsluiting to have detention = nablijven op school disgraceful = schandalig down-to-earth = nuchter to flee = ontvluchten / vluchten uit indifferent = onverschillig modest = bescheiden odd = vreemd offensive = beledigend persecution = vervolging mortgage = hypotheek reliable = betrouwbaar ruthless = meedogenloos sensible = verstandig uptight = zenuwachtig vain = ijdel to abandon = verlaten apprentice = stagiair / stagiaire compulsive = dwangmatig demanding = veeleisend District Attorney = procureur-generaal (AE) / procureur-generaal eerie = akelig to employ = in dienst hebben encounter = ontmoeting executive = leidinggevende / directeur to exile = verbannen extraordinary = uitzonderlijk jeopardy = gevaar to mask = verbergen prospective = toekomstige / verwachte to reveal = onthullen spine = ruggegraat staggering = ongelooflijk (groot) / ongelooflijk stakes = inzet / weddenschap triangle = driehoek