Engels : Nederlands adept at = goed in / bedreven in ambivalence = tweeslachtige houding arduous = zwaar / inspannend babble = onverstaanbaar geklets beneficial to = goed voor / gunstig voor charge = tarief explicit = duidelijk exponential = supersnel flock = zwerm issue = uitvaardigen law-abiding = gezagsgetrouw persistent = blijvend / aanhoudend profoundly = zeer / diep ravage = teisteren relinquish = opgeven resourceful = vindingrijk rigorous / severe = streng scrutiny = nauwkeurig onderzoek sensation = gevoel slump = kelderen spouse = echtgenoot / echtgenote starling = spreeuw stove = kachel subjected to = onderworpen aan tongue = taal assess = beoordelen / vaststellen bail = borgtocht compassionate = meelevend compile = samenstellen con out of = oplichten voor een bedrag van conceited = verwaand conception = opvatting / idee confiscate = in beslag nemen consistent with = kloppend met crackdown on = strenge aanpak van defendant = verdachte deviate = afwijken dispose of = wegdoen eviction = uitzetting grudge = wrok infringe on = inbreuk maken op lure = verleidelijkheid nurture = ontwikkelen / helpen ontwikkelen prolong = langer maken / verlengen retaliation = vergeldingsmaatregel revenue = opbrengsten / inkomsten tangible = tastbaar / voelbaar vain = ijdel viable = uitvoerbaar / haalbaar alliance = verbond avalanche = lawine clutch = koppeling curfew = avondklok drudgery = eentonig werk entrenched = diepgeworteld espouse = aanhangen / steunen van een idee evict = uitzetten expulsion = verwijdering heinous / gruesome = gruwelijk imminent = dreigend itinerary = reisroute / reisroutebeschrijving memorabilia = gedenkwaardigheden penalty = boete perilous = hachelijk / zeer gevaarlijk perpetrator = dader prevailing = heersende / huidige reimbursement = vergoeding relentless = meedogenloos repel = afweren squad = team / team van soldaten startling = ontstellend wary of = op zijn hoede voor amount to = neerkomen op collateral = bijkomend en onbedoeld compatible = verenigbaar / bij elkaar passend dignity = waardigheid / zelfrespect dismal = grauw / somber distinguished = vooraanstaand empathy = inlevingsvermogen enhance = vergroten / versterken entice = lokken / verleiden homage to = eerbetoon aan insurgency / rising = opstand lavish = buitensporig / verkwistend mutilate = verminken onslaught = hevige aanval opt out of = zich terugtrekken uit ostracise = uitsluiten partition = splitsing reconciliation = verzoening resurgence = heropleving retain = behouden siege = belegering Union Jack = Britse vlag adverse = nadelig archery = boogschieten benign = aardig consecutive = opeenvolgend demanding = veeleisend derelict = vervallen derogatory = minachtend dismiss = verwerpen entail = met zich meebrengen immerse yourself in = geheel opgaan in influx = toevloed liability = aansprakelijkheid malevolent = kwaadaardig massive = enorm mock = namaak ominous = onheilspellend prowess = bekwaamheid re-enactment = heropvoeding savvy = gewiekst seizure = inbeslagname skirmish = gevecht vicinity = omgeving whilst = terwijl yearning = sterk verlangen