Engels : Nederlands
the accommodation = de accommodatie
the compensation = de compensatie
the complaint = de klacht
cramped = klein
the description = de beschrijving
the detail = het detail
to fix = repareren
the fortnight = veertien dagen
the ground = de grond
the refund = de terugbetaling
the repair = de reparatie
the arrest = de arrestatie
the criminal = de crimineel
the fugitive = de voortvluchtige
the habit = de gewoonte
to hide = verstoppen
the nightclub = de nachtclub
plenty = veel
the prison = de gevangenis
to prove = bewijzen
rarely = zelden
regular = gewoon
successful = succesvol
to trust = vertrouwen
the access = de toegang
to call = bellen
criticize = bekritiseren
the destination = de bestemming
to develop = ontwikkelen
to discover = ontdekken
to ensure = verzekeren
the government = de regering
local = lokaal
the population = de bevolking
the resource = de grondstof
while = terwijl
the accomplice = de medeplichtige
the approach = de aanpak
to attract = aantrekken
the care = de zorg
change your mind = van gedachten veranderen
the diversion tactic = de afleidingsmanoeuvre
finally = tenslotte
in fact = in feite
the majority = meerderheid
nasty = gemeen
obviously = duidelijk
the opportunity = de mogelijkheid
the pickpocket = de zakkenroller
to distract = afleiden
the victim = het slachtoffer
be located in = aantreffen
the former = de eerste
the latter = de laatste
the security = de veiligheid
the user = de gebruiker
the adoption = de adoptie
to announce = aankondigen
to attend = deelnemen
the co-founder = de medeoprichter
future = toekomstig
generally = algemeen
scientific = wetenschappelijke
to pass away = overlijden
the venture = de onderneming