Engels : Nederlands
carpenter = timmerman
electrician = elektricien
plumber = loodgieter
discount = korting
eviction = uitzetting
DIY = doe-het-zelf
handyman = klusjesman
chainsaw = kettingzaag
carpentry = timmerwerk
claw hammer = klauwhamer
screw driver = schroevendraaier
electric drill = elektrische boor
crow bar = koevoet
pliers = tang
chisel = beitel
clamp = bankschroef
wrench = moersleutel
level = waterpas
staple gun = nietpistool
table saw = tafelzaag
mechanic = monteur
car mechanic = automonteur
plasterer = stukadoor
brick layer = metselaar
bolts = bouten
screws = schroeven
gloves = handschoenen
exterminator = verdelger
locksmith = slotenmaker
roofer = dakdekker
welder = lasser