Engels : Nederlands
misconception = misvatting
airway = luchtkanaal
to assess = beoordelen / inschatten
to prevent = voorkomen
to occur = gebeuren
incision = snee
to take blood = bloed afnemen
host = gastheer
to secrete = afscheiden
necrotic tissue = dood weefsel
sutures = hechtingen
ointment = zalf
nauseous = misselijk
to supervise = toezicht houden
to over-exert / to over-tax = overbelasten
to determine = vaststellen
physical ailment = lichamelijk aandoening
grave suffering = ernstig lijden
syringe = spuit / injectiespuit
hypersensitive = hypergevoelig
alert = waakzaam