Engels : Nederlands to seek work = werk zoeken instructions = instructies to gain = bereiken to acquire = verwerven some / certain = sommigen advertisment = advertentie to post / to place = plaatsen shortage = tekort recognition = erkenning / waardering content = inhoud cooperation = samenwerking affected = betrokken to affect = beïnvloeden equal = gelijk redundancy = gedwongen ontslag to make a difference = verschil maken devoted to = toegewijd aan competence = vakbekwaamheid vast / immense = enorm groot benefit = voordeel diverse = gevarieerd to avoid = ontwijken trap = hinderlaag to be aware of = bewust van zijn body posture = houding affectionate = hartelijk to implement = toepassen