Engels : Nederlands accessible = toegankelijk feasible = plausibel / uitvoerbaar cutthroat competition = moordende competitie emerging markets = opkomende markten venture = onderneming / waagstuk volatile = veranderlijk / onzeker lucrative new markets = winstgevende nieuwe markten reluctance = aarzeling / terughoudendheid language barrier = taalbarrière prevalent = wijdverspreid / veel voorkomend to prosecute somebody = iemand vervolgen to incur unnecessary costs = onnodige kosten maken freight = vracht bonded warehouse = entrepot fake goods / counterfeit goods = namaakgoederen apparel = kleding commodity = handelsartikel / product to confiscate / to seize = in beslag nemen potential clients and suppliers = potentiële klanten en leveranciers to expand the market = het afzetgebied uitbreiden to flourish = bloeien / floreren nutrition = voeding nutritious = voedzaam affordable products = betaalbare producten sustainable = duurzaam to estimate = ramen / schatten to intercept goods = goederen onderscheppen to violate rights = rechten schenden replica = exacte kopie to malfunction = defect zijn / niet goed functioneren to claim compensation from = schadevergoeding eisen van