Engels : Nederlands
internal and external communication = interne en externe communicatie
corporate culture = bedrijfscultuur
cultural gap = culturele kloof
customs = gebruiken / gewoonten
to convey a strong message = een krachtige boodschap overbrengen
posture = lichaamshouding
to make eye contact = oogcontact maken
invaluable = van onschatbare waarde
in case of emergency / in case of an emergency = in geval van nood
unattended calls = gemiste oproepen
subordinates = ondergeschikten
prejudice / bias = vooroordeel
workplace = werkplek
punctuality = stiptheid
misconception = misvatting
bribery = omkoperij
affluent = welgesteld / rijk
prospective markets = potentiële afzetgebieden
to deter = afschrikken
suggestion box = ideeënbus
clarification = opheldering / verduidelijking
nickname = bijnaam
courtesy = beleefdheid / hoffelijkheid
to insult somebody = iemand beledigen
concession = concessie
humility = nederigheid
deference = eerbied / achting
to outsource = uitbesteden
counterpart = tegenhanger
induction = introductie