Engels : Nederlands telephonist = telefonist / telefoniste to leave a message = een boodschap achterlaten to take a message = een boodschap aannemen to answer the telephone = de telefoon beantwoorden caller = beller timetable = dienstregeling freepost = antwoordnummer landline = vaste telefoonlijn emergency = noodgeval the past week = de afgelopen week every other week = om de week within a week = binnen een week in a week = in een week more than a week / well over a week = ruim een week not for a week = pas over een week covering letter = begeleidende brief offer = offerte quotation = prijsopgave invoice = factuur amount = bedrag request = verzoek to enclose = bijsluiten to make an enquiry = een aanvraag doen to connect somebody to / to put somebody through to = iemand doorverbinden met company name = bedrijfsnaam prospect = potentiƫle klant gruff = nors sincere = oprecht to discourage = ontmoedigen to serve = van dienst zijn unit price = eenheidsprijs