Engels : Nederlands
stage = toneel
stand by = hou je gereed
to puke = overgeven
stomach ache = buikpijn
role = rol
got = kreeg
performance = uitvoering
costume = kostuum
stand-in = vervanger
rude = onbeleefd
stage manager = toneelmeester
rehearsed = oefenden
since = vanaf
rehearsals = repetities
audience = publiek
smart = piekfijn
letter of application = sollicitatiebrief
invitation = uitnodiging
although = alhoewel
poor = slechte
sealing = dichtmaken
resume = CV (curriculum vitae) / CV / curriculum vitae
preferences = voorkeuren
to include = bijsluiten
un-requested = ongevraagde
waste = verspilling
across = over
irrelevant = onbelangrijk
to make up = verzinnen
to impress = indruk maken op
excellent = uitstekende
productions = producties
arrange = regelen
to look forward = uitkijken naar
audition = auditie
factory = fabriek
job = baan
cosy = gezellig
burnt = verbrand
to touch = aanraken
tray = blad
queue = rij
food = eten
healthy = gezond
different = verschillend
locations = plaatsen
diets = diëten
large = groot
chips = patat
inspiring = inspirerend