Engels : Nederlands bear = beer nightmare = nachtmerrie woke = wakker maakte / maakte wakker vivid = helder stuck = stak flap = tentdoek horror movies = griezelfilms impossible = onmogelijk torch = zaklamp sleeping bag = slaapzak getting the creeps = wordt bang paw prints = pootafdrukken rabbit = konijn drama queen = aansteller prat = idioot spider = spin glancing at = een blik werpend op whispered = fluisterde to protect = beschermen smiled = lachte saving = redden to weave = spinnen admired = bewonderd in return = in ruil captured = gevangen practice = praktijk wooden = houten cords = koorden minds = gedachten / gedachtes scissors = schaar beads = kralen halfway = halverwege pattern = patroon knots = knopen loop = lus hang up = hang op a dream come true = een droom is uitgekomen actually = echt date = afspraakje lucky thing = geluksvogel noticed = merkte op stunning = indrukwekkend silky = zijdeachtig although = hoewel to fit = passen to zip up = dichtritsen wonderful = geweldig counter = toonbank while = terwijl getting changed = omkleden mention = noemen