Engels : Nederlands to speed = te hard rijden to blame = de schuld geven aan lack = gebrek goat = geit motorist = automobilist mountain = berg to take advantage of = gebruikmaken van to risk = het risico lopen obviously = klaarblijkelijk ticket = bekeuring monkey = aap commuter = forens (iemand die heen en weer reist tussen woonplaats en werk) agricultural = landbouw to solve = oplossen prosecution = gerechtelijke vervolging unauthorised = niet toegestaan criminal record = strafblad