Engels : Nederlands acid rain = zure regen agricultural = agrarisch, landbouw / agrarisch / landbouw biodynamic = biologisch-dynamisch bottle bank = glasbak bud = knop cattle = vee climate = klimaat crop = oogst, gewas / oogst / gewas dig / dug / dug = graven endangered = bedreigd(e) factory farming = intensieve veehouderij farm products = boerderijproducten feed / fed / fed = voeren global warming = opwarming van de aarde greenhouse = kas harvest = oogst hose = tuinslang orchard = boomgaard organic = biologisch recycle = hergebruiken root = wortel soil = grond, aarde / grond / aarde stem = steel, stengel / steel / stengel wheat = tarwe