Engels : Nederlands to select = selecteren, uitkiezen to decide = beslissen, besluiten favourite = lievelingetje to want = willen to look like = eruitzien als bright = helder in public = voor publiek singing = zingen bath = bad to compose = componeren, schrijven in private = privé as usual = zoals gewoonlijk to spot = opmerken, zien talent = talent to pick = kiezen, uitkiezen picking = het kiezen, het uitkiezen main = voornaamste, belangrijkste blind = blind to hide = verbergen, zich verbergen hid = verborg, verborgen curtain = gordijn solo = solo performer = artiest to begin = beginnen began = begon, begonnen daylight = daglicht sunrise = zonsopgang to give in = toegeven dawn = dageraad tonight = vannacht applause = applaus to calm down = kalmeren to jump = springen having = hebben congratulations = gefeliciteerd soloist = solist