Engels : Nederlands nothing / not … anything = niets angry = boos noise = lawaai, herrie / lawaai / herrie horrible = vreselijk, akelig / vreselijk / akelig clear = duidelijk something = iets interesting = interessant different = anders to be right = gelijk hebben to mess about = wat aanrommelen to have a meeting = vergaderen to happen = gebeuren issue = nummer photographer = fotograaf special = speciaal sunglasses = zonnebril to take = brengen to be after something = ergens op uit zijn interview = interview husband = man / echtgenoot secret = geheim headline = krantenkop / kop footballer = voetballer wives = vrouwen, echtgenotes / vrouwen / echtgenotes wife = vrouw, echtgenote / echtgenote / vrouw shopping = winkelen to tease = plagen, pesten / plagen / pesten you guys = jongens jealous = jaloers sensational = sensationeel