Engels : Nederlands ownership = recht van eigendom willingness = bereidheid to trust = vertrouwen hebben in / vertrouwen due = verwacht two-storey house = huis met twee verdiepingen trade = ruil to post = plaatsen notice = bericht impressive = indrukwekkend to be based on = gebaseerd zijn op to own = bezitten scheme = plan to snap up = oppikken in exchange = in ruil voor quest = zoektocht to succeed = slagen suspicious = verdacht / vreemd / verdacht, vreemd / vreemd, verdacht keg = vat / biervat van = busje outcry = noodkreet luckily = gelukkig collector = verzamelaar to involve = omvatten / inhouden / omvatten, inhouden / inhouden, omvatten auction = veiling municipality = gemeente mayor = burgemeester